Als jochies kregen we de hele lagere school Godsdienstles.
Elke dag naar de kerk én de Catechismus juist zeggen gaf een 10,
in de 6e klas lukte dat na al die jaren oefenen en opdreunen...
Engelen, beschermengelen zitten in ons bloed, zweet en tranen!
Vierde Les vd Cathechismus
* Engelen zijn verheven, onsterfelijke geesten.
* Toen God de engelen geschapen had, waren zij allen goed en gelukkig.
* God heeft de goede engelen beloond met de hemel,
waar zij voor eeuwig volkomen gelukkig zijn.
* De gevallen engelen worden duivels of boze geesten genoemd.
* Wij kunnen de duivels beletten ons kwaad te doen, door waakzaam te
zijn, te bidden en aan hun bekoringen weerstand te bieden.
* Er zijn ook engelen, die ons bewaren ons leven lang;
ieder mens heeft zulk een engel; het is zijn engelbewaarder.
* Onze engelbewaarder beschermt ons naar ziel en lichaam;
hij helpt ons tijdens ons leven en in het uur van onze dood.
* Wij moeten onze engelbewaarder vereren, hem met vertrouwen
aanroepen en naar zijn inspraken luisteren.